Dit jaarverslag biedt een overzicht van onze publicaties en activiteiten in 2024.
Voorwoord
Demografie was lange tijd alleen een onderwerp van demografen. Niet voor economen of juristen en al helemaal niet van politici of burgers. Daar is nu verandering in gekomen. Welke omvang en samenstelling de bevolking moet hebben is een vraag die relevant blijkt voor iedereen. Begin 2024 verscheen het rapport Gematigde groei van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Het advies haalde in 2024 alle journaals en voorpagina’s. De conclusie: gematigde bevolkingsgroei naar 19 à 20 miljoen mensen is het beste voor het behoud van onze brede welvaart. Een andere belangrijke bevinding: daar kan de overheid best op sturen, in ieder geval meer dan nu het geval is. “Politiek moet in actie komen” kopte het Algemeen Dagblad naar aanleiding van het rapport.
Mede door de aandacht voor demografie is inmiddels breder bekend dat arbeidsmigratie een belangrijke motor is van die bevolkingsgroei. Het aantal arbeidsmigranten is sinds 2006 verviervoudigd. Inmiddels is één op de tien werkenden arbeidsmigrant. Tegelijkertijd is arbeidsmigratie een essentieel onderdeel van onze economie en samenleving en gaat het niet enkel om aantallen, maar ook om waar mensen werken en onder welke condities ze dat doen.
Het is dan ook geen toeval dat in 2024 twee adviezen van de Adviesraad Migratie verschenen over dit onderwerp. In ons advies “Afgewogen Arbeidsmigratie. Gericht arbeidsmigratiebeleid voor brede welvaart” hebben we geschetst hoe arbeidsmigratiebeleid op basis van brede welvaart eruit zou kunnen zien. Dit rapport zou je kunnen lezen als een nadere uitwerking van het rapport van de Staatscommissie en het vervolg op ons eerdere werk, zoals de verkenning “Arbeidsmigratie: Oplossing voor economie en demografie uit 2023” en ons adviesrapport “Realisme rond richtgetallen” uit 2022. Centrale boodschap: in het arbeidsmigratiebeleid zouden niet de wensen van werkgevers centraal moeten staan, maar bredere sociale, ecologische én economische doelen, kortom: arbeidsmigratiebeleid met het oog op de toekomst. Zo doen wij het voorstel voor een ‘brede welvaarttoets’ voor mensen van buiten Europa die ons huidige beperkte en gefragmenteerde arbeidsmigratiebeleid kan vervangen.
Daarnaast vroegen we aandacht voor een groeiend aantal arbeidsmigranten dat via een omweg terecht komt in Nederland, namelijk door detachering vanuit een bedrijf uit een ander EU-land. Steeds vaker komen deze gedetacheerde werknemers van buiten de EU. Door Poolse uitzendbureaus werken mensen uit Kirgizië of Bangladesh in Nederland. In ons adviesrapport ‘Geen derderangsburgers’ waarschuwen we voor de risico’s hiervan voor arbeidsmigranten zelf en de Nederlandse samenleving. Veel van onze aanbevelingen zijn niet alleen op deze groep gericht, maar gelden voor arbeidsmigratie in het algemeen. Zo stellen wij voor om naast betere Europese afspraken in Nederland de ketenaanspraak te verbreden en flexibele arbeid te verminderen, onder andere door in specifieke sectoren alleen nog vaste contracten te mogen aanbieden. Dat zorgt ook voor beperking van arbeidsmigratie die niet in het belang is van mensen zelf en van onze samenleving.
Er kan dus vanuit overheidswege meer worden gedaan om tot gerichte arbeidsmigratie te komen, een belangrijke les uit het rapport van de staatscommissie én van onze adviesrapporten.
In dit advies pleit de Adviesraad Migratie voor een arbeidsmigratiebeleid dat niet enkel is gebaseerd op economische belangen, maar ook rekening houdt met maatschappelijke en ecologische gevolgen, oftewel: brede welvaart. Het gaat hierbij om de kwaliteit van het leven, zowel voor mensen hier en nu als voor toekomstige generaties en voor de herkomstlanden van arbeidsmigranten. In het advies laten we zien hoe een concrete uitwerking van brede welvaart voor het arbeidsmigratiebeleid eruit zou kunnen zien.
Op nationaal niveau kan de overheid met deze benadering een bandbreedte formuleren met een ondergrens en een bovengrens voor het aantal arbeidsmigranten. Het toelatingsbeleid voor arbeidsmigranten van buiten Europa kan worden gebaseerd op een brede welvaartstoets van het werk dat de arbeidsmigrant gaat doen en op het feit dat deze een nieuwe inwoner van Nederland wordt. Op andere beleidsterreinen, zoals het arbeidsmarktbeleid en het economisch structuurbeleid, zouden de gevolgen van en voor arbeidsmigratie, zowel van binnen als van buiten Europa, nadrukkelijk moeten worden meegewogen.
Het adviesrapport is op eigen initiatief van de raad opgesteld en werd tijdens een goed bezochte publieksbijeenkomst op 10 september 2024 aangeboden aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum. Jacco Vonhof (voorzitter MKB-Nederland), Tim Versnel (wethouder Werk en Inkomen gemeente Rotterdam) en Olaf van Vliet (hoogleraar Economie Universiteit Leiden) reflecteerden op het advies. Het adviesrapport heeft veel aandacht gekregen in de media.
Steeds meer arbeidsmigranten die in Nederland werken, komen hier via een omweg: ze worden gedetacheerd door een bedrijf uit een ander EU-land. In een kwart van de gevallen gaat het om mensen van buiten de Europese Unie. Deze gedetacheerde arbeidsmigranten lopen het risico als derderangsburgers te worden behandeld, zonder het loon, de arbeidsvoorwaarden en de sociale zekerheid te krijgen waar ze recht op hebben. In dit advies roepen we op tot een strengere aanpak van malafide werkgevers, meer investeringen in handhaving en betere bescherming van arbeidsmigranten. Daarnaast adviseren we om in Brussel te pleiten voor aanpassing van de Europese Detacheringsrichtlijn en misstanden bilateraal met betrokken landen te bespreken.
Het advies is tijdens een publieksbijeenkomst op 13 maart 2024 aangeboden aan de toen demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip. Anna Ensing (Fairwork), Jurriën Koops (Algemene Bond Uitzendondernemingen) en Rits de Boer (Nederlandse Arbeidsinspectie) reflecteerden op het advies. Het kabinet heeft in zijn reactie laten weten het adviesrapport zeer te waarderen, de zorgen te delen en met diverse voorstellen en maatregelen te komen.
In aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement (6-9 juni 2024), bracht de Adviesraad Migratie een aantal blogs uit over de Europese context van het Nederlandse migratiebeleid. Het Europees recht is het belangrijkste rechtskader voor het Nederlandse migratiebeleid. Het huidige gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) is voornamelijk gebaseerd op richtlijnen, waarbij lidstaten deels zelf mogen bepalen hoe ze invulling geven aan gezamenlijk geformuleerde normen. In het nieuwe Europese Asiel- en Migratiepact – dat in juni 2026 in werking treedt - worden een aantal richtlijnen herzien of omgezet in verordeningen en nieuwe verordeningen geïntroduceerd. De verordeningen uit het Pact leiden tot een verdergaande harmonisering van het (asiel)migratiebeleid, omdat verordeningen rechtstreeks doorwerken in de nationale rechtsorde en niet eerst hoeven te worden omgezet in nationaal recht.
Het Pact moet ervoor zorgen dat asiel- en irreguliere migratie naar en binnen de EU beheersbaarder wordt. Door (asiel)procedures, erkenningspercentages, het soort bescherming dat wordt verleend, de materiële opvangvoorzieningen, etc. verder te harmoniseren moet een meer ‘gelijk speelveld’ tussen lidstaten ontstaan. Dat moet voorkomen dat (asiel)migranten doorreizen naar andere lidstaten.
De blogs gaan over de nieuwe Europese asielgrensprocedure, de verdeling van asielverzoeken over de lidstaten, het vrij verkeer van personen in de Schengenzone en de mogelijkheid van lidstaten om (op onderdelen) niet langer mee te doen met het Europees asiel- en migratiebeleid (opt-out).
Naar de blogs.
Op 24 april 2024 organiseerde de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over ‘migratiedeals’. Mark Klaassen schoof namens de adviesraad aan en lichtte dit position paper toe. De adviesraad is van mening dat bredere partnerschappen effectiever zijn dan ‘smalle’ afspraken die alleen betrekking hebben op terugkeer en het voorkomen van irreguliere migratie. Bredere partnerschappen kunnen onderdeel zijn van een coherent en geïntegreerd migratiebeleid waarbij naast afspraken over terugkeer en het voorkomen van irreguliere migratie, ruimte is voor het bevorderen van legale migratiekanalen.
De adviesraad benadrukt dat internationale afspraken in overeenstemming moeten zijn met internationale verdragen en het EU-recht. In multilaterale afspraken op EU-niveau is het van belang dat duidelijke en transparante afspraken worden gemaakt over verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van individuele lidstaten. Nederland moet daarbij alles doen wat redelijkerwijs in haar vermogen ligt om mensenrechten te respecteren en te garanderen.
Lees hier het position paper. Hier kunt u het rondetafelgesprek terugkijken.
Op 18 april 2024 organiseerde de vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer rondetafelgesprekken naar aanleiding van het rapport ‘Gematigde groei’ van de Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050. Monique Kremer lichtte daar dit position paper van de Adviesraad Migratie toe. De adviesraad pleit daarin voor een herziening van het arbeidsmigratiebeleid door ‘brede welvaart’ centraal te stellen. De adviesraad onderscheidt drie dimensies van brede welvaart: economisch (de welvaart ‘in enge zin’), ecologisch (de gewenste overgang naar een duurzame economie) en maatschappelijk (gevolgen voor het samenleven). Die drie dimensies zijn niet alleen van belang voor de brede welvaart in Nederland nu en in de toekomst, maar ook voor herkomstlanden. Daarnaast onderscheidt de adviesraad drie soorten beleid: beleid gericht op de gewenste omvang en samenstelling van arbeidsmigratie, direct arbeidsmigratiebeleid (toelating van arbeidsmigranten van buiten de EU) en indirect beleid (zoals arbeidsmarktbeleid, economisch beleid en vestigingsbeleid). Bij de drie soorten beleid spelen niet telkens dezelfde aspecten van brede welvaart een rol. De raad pleit voor oprichting van een orgaan dat de Nederlandse regering kan adviseren over de bredewelvaartsbenadering.
Lees hier het position paper. Hier kunt u het rondetafelgesprek terugkijken.
In deze brief heeft de Adviesraad Migratie zijn zorgen geuit over het feit dat de minister van Asiel en Migratie de voorgenomen invoering van een tweestatusstelsel en de Asielnoodmaatregelenwet niet aan de raad heeft voorgelegd. Andere rechtsstatelijke colleges en ketenpartners zijn ook niet geconsulteerd of hebben een veel te korte termijn gekregen voor een reactie. De Adviesraad Migratie heeft een wettelijke taak om te adviseren over voorgenomen wijzigingen van het migratierecht. Deze adviesfunctie behoort tot rechtsstatelijke waarborgen die bijdragen aan effectiviteit en legitimiteit van overheidsbeleid. De adviesraad roept de minister op beide wetsvoorstellen alsnog in een brede consultatie voor te leggen en heeft in februari 2025 op eigen initiatief over beide voorstellen geadviseerd [link opnemen naar wetsadviezen].
Het wetsvoorstel is een reactie op de kinderopvangtoeslagaffaire. Naar aanleiding daarvan is geconstateerd dat de waarborgen die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat om de ongelijke uitgangspositie tussen overheid en rechtzoekende burgers te compenseren, niet meer voldoen. Het wetsvoorstel beoogt die waarborgen te versterken. De adviesraad heeft zich in zijn advies beperkt tot de voorgestelde wijzigingen die relevant zijn voor het migratierecht. De raad adviseert om de toepassing van het ‘dienstbaarheidsbeginsel’ en het ‘passend contact met de overheid’ niet te beperken tot reguliere migratiezaken, maar deze ook toe te passen op asielzaken. Daarnaast heeft de raad twijfels over de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De raad onderstreept daarom het belang van het betrekken van de uitvoeringstoetsen. Tot slot adviseert de raad om ook te bezien of ook andere bijzondere bepalingen in de Vreemdelingenwet (Vw) 2000 als gevolg van dit wetsvoorstel niet moeten worden aangepast.
Dit wetsvoorstel regelt de invoering van schorsende werking in beroep tegen beslissingen om asielaanvragen niet in behandeling te nemen omdat een andere EU-lidstaat op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling ervan. De adviesraad heeft geen juridische bezwaren tegen dit voorstel. Het past bij de hoofdregel in het stelsel van de Vw 2000 dat de werking van een besluit over een verblijfsvergunning asiel wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist. Het gevolg van de voorgestelde wetswijziging is dat de termijn voor overdracht aan de andere lidstaat hangende beroep en hoger beroep niet langer verstrijkt. De migrant kan daardoor, na afronding van de beroepsprocedure(s), alsnog worden overgedragen aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De adviesraad adviseert wel alsnog te motiveren in hoeverre rechtbanken ertoe zijn bewogen de manier waarop zij Dublinzaken behandelen, te wijzigen. Zonder die informatie is namelijk niet goed te beoordelen of de wetswijziging noodzakelijk is om het gewenste doel - het voorkomen dat de overdrachtstermijn hangende beroepsprocedures verstrijkt - te bereiken.
De Adviesraad Migratie heeft in 2024 het initiatief genomen om een Europees netwerk van adviesraden op te richten, het European Network of Migration Councils. In veel Europese landen vinden soortgelijke discussies over migratie plaats. Onafhankelijke adviesraden die regeringen over migratie adviseren kunnen elkaar inspireren en van elkaar leren. Een informeel netwerk van adviesraden waarin voorzitters, directeuren en adviseurs met elkaar in contact staan. Aan het netwerk nemen deel: Delmi uit Zweden, de Expert Council on Integration and Migration (SVR) uit Duitsland, de Migration Advisory Committee (VK), de Federal Commission on Migration (EKM) uit Zwitserland, het Migration institute of Finland en Heuni, de European Institute for Crime Prevention and Control (Finland) en het Migration Policy Institute (MPI) Europe voor beelden vanuit Brussel. In 2024 kwam het Europees netwerk vier keer online samen om thema’s te bespreken zoals de arbeidsmarktintegratie van Oekraïense ontheemden.
Op 8 april 2025 presenteren we ons nieuwste advies ‘Investeren in Samenleven’. We hebben onderzocht wat er nodig is om ervoor te zorgen dat arbeidsmigranten niet alleen op hun werk maar ook daarbuiten echt kunnen meedoen in onze samenleving. Dit vraagstuk raakt niet alleen arbeidsmigranten, maar ook de mensen om hen heen – buren, collega’s, werkgevers en beleidsmakers. Daarom praten we tijdens deze bijeenkomst niet alleen over arbeidsmigratie, maar vooral met de mensen die het dagelijks ervaren.
In dit adviestraject onderzoeken we hoe het potentieel van migranten die al in Nederland verblijven beter kan worden ingezet. We kijken eerst naar het kwantitatieve potentieel: de deelname aan betaald werk, dat zorgt voor structuur, financiële onafhankelijkheid en een netwerk. De analyse van het kwantitatieve potentieel van migrantengroepen legt de focus op het onbenut arbeidspotentieel. Voor enkele migrantengroepen met beschikbaar arbeidspotentieel onderzoeken we vervolgens het kwalitatieve potentieel: het optimaal benutten van opleidingsniveau, vaardigheden en werkervaring, en doorgroeimogelijkheden. We kijken dan naar de obstakels, stimulansen en oplossingen die migranten én werkgevers ervaren bij deelname aan de arbeidsmarkt. Het doel is om mensen in banen te laten instromen die goed bij hen passen én die gunstig zijn voor Nederland. We verwachten het advies eind 2025 te publiceren.
In 2025 werkt de Adviesraad Migratie samen met de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) aan een advies over migratiepartnerschappen. In een tijd van complexe internationale relaties en geopolitieke verschuivingen, is er een sterke politieke wens om migratiepartnerschappenn met derde landen te sluiten. De hoofdvraag van het advies is hoe Nederland migratiepartnerschappen tot stand kan brengen die rechtmatig, wederzijds voordelig en effectief zijn.
De adviesraad bracht in 2022 en 2023 signaleringen uit over de positie van Oekraïense ontheemden in Nederland. Daarin pleitten we voor een langetermijnvisie en benadrukten we de wenselijkheid om ontheemden meer zekerheid te bieden over de basis voor hun verblijf in Nederland. In dit vervolgproject gaan we nader in op de impact van de voortdurende onzekerheid op Oekraïense kinderen en jongeren die in Nederland zijn, in het bijzonder op gebieden als rechtsbescherming, (mentaal) welzijn, opvang en ontwikkelkansen .
Samenstelling Raad en secretariaat in 2024
Raad:
• Prof. dr. (Paul) de Beer (met ingang van 1 september 2024)
• Mr. M. (Mariam) Chébti - vice-voorzitter
• Dr. mr. H. (Hugo) Fernandes Mendes
• Dr. M.A.K. (Mark) Klaassen
• Prof. dr. M. (Monique) Kremer - voorzitter
• A.J.H. (Ton) van Loon
• Dr. K. (Katja) Rusinovic
• Prof. dr. H.A.G. (Helga) de Valk
• Drs. J. (Jos) Wienen
• Prof. mr. dr. M. (Maartje) van der Woude
Secretariaat:
• Drs. S.A.A. (Sonja) Avontuur (tot 1 april 2024)
• H.M.S. (Mieke) Braat-Naber (tot 18 juli 2024)
• Ma J. (Juul) Dresen (tot 1 augustus 2024)
• Dr. J. (Joan) van Geel (met ingang van 16 september 2024)
• S. (Sharmala) Jagroep (met ingang van 1 april 2024)
• Mr. D.J. (David) de Jong
• Mr. drs. L.D. (Laura) Kok
• Mr. dr. H. (Hester) Kroeze (met ingang van 30 september 2024)
• Mr. W.N. (Wolf) Mannens
• Drs. L.J. (Lambert) Obermann
• Mr. H.C. (Christine) Otten
• Dr. A. (Anita) Strockmeijer (met ingang van 4 september 2023)
• S. (Selin) Tuzgöl MA MSc
• Mr. H. (Huub) Verbaten (tot 1 september 2024)
• Drs. A.C. (Sander) Vergeer
• C.L. (Levi) Zoutendijk
The Advisory Council on Migration has identified the need for a new vision on labour migration. A vision that fits in with our ideas for the future of our society and economy. At present, the focus is exclusively on the impact of labour migration on economic growth. However, we also need to look at its social and environmental consequences to ensure that labour migration contributes to well-being for all. This means that we need to factor in the quality of life, both for people here and now and for future generations and the countries of origin of migrant workers.
This approach enables the government to formulate a range with a minimum and maximum number of migrant workers at a national level. The admission policy for migrant workers from outside Europe can be based on a well-being test of the work the migrant worker is going to do and the fact that they will become a new resident of the Netherlands. In other policy areas, such as labour market and economic policies, the impact of and for labour migration, both from within and outside Europe, should be explicitly taken into account. This is how we get a better grip on labour migration, by controlling the number and type of migrant workers coming to the Netherlands and the type of work they will do here.
Currently, it is easy for employers to take advantage of EU posting. The EU legal framework on posting of workers does set out the rules for EU postings, but because the rules apply from the country of employment and rules apply from the country from which they are sent, the conditions created by employers are sometimes very untransparent.
The Dutch Advisory Council on Migration has carried out an exploratory study on the potential contribution of labour migration to mitigating the impact of the ageing of the Dutch society. Specifically, it addresses the question to what extent labour migration can moderate the increase in the old-age dependency ratio (the ratio of retirees to active people), can increase the size of the (potential) labour force and can help maintain the welfare level (per capita GDP). The potential impact of labour migration is compared with the impact of other options to increase the labour force, in particular a gradual increase in the statutory retirement age. We conclude that increased labour migration is not a solution to all demographic and economic challenges caused by ageing of the Dutch society, but it can make a useful contribution by mitigating them.