Advies: Voorbij de opstartfase

In de adviesreeks  ‘De rol van private actoren in het migratiebeleid’ brengt de ACVZ dit beleidsadvies uit over de begeleiding van buitenlandse startup-ondernemers in Nederland. Hoewel de adviescommissie concludeert dat deze startup-ondernemers een positieve bijdrage leveren aan het Nederlandse startup-ecosysteem, vraagt zij aandacht voor de legitimiteit van de regeling en de rechtsbescherming van de deskundige begeleider.

Startup-regeling innovatieve buitenlandse ondernemers

Op grond van de startup-regeling kunnen innovatieve buitenlandse ondernemers een verblijfsvergunning van een jaar in Nederland krijgen voor het oprichten van een startup-onderneming. Sinds de inwerkingtreding van de regeling in 2015 is het aantal hierop verleende verblijfsvergunningen gestegen van 25 in 2015 naar 125 in 2018. In 2019 is dat aantal gestabiliseerd. Buitenlandse startup-ondernemers leveren een positieve bijdrage aan het Nederlandse startup-ecosysteem. In dat opzicht voldoet de startup-regeling aan het doel waartoe die is ingesteld. De ACVZ vraagt aandacht voor de legitimiteit van de regeling en de rechtsbescherming van de deskundige begeleider.

Deskundige begeleider

Voorwaarde voor verblijf op grond van de regeling is dat de innovatieve buitenlandse startup-ondernemer wordt begeleid door een goedgekeurde deskundige begeleider. Een deskundige begeleider is een private partij die de innovativiteit van de buitenlandse startup-onderneming beoordeelt en de startup-ondernemer gedurende een jaar begeleidt. Deze begeleiding is vastgelegd in een overeenkomst. Het is aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om de begeleider en de overeenkomst tussen de begeleider en de startup-ondernemer goed te keuren. Deze goedkeuring is onderdeel van de aanvraagprocedure van de buitenlandse startup-ondernemer.

Legitimiteit van de regeling

Bij de totstandkoming van de startup-regeling heeft het kabinet bewust gekozen voor gedeeltelijke vastlegging in lagere regelgeving die niet door het parlement is getoetst, op voorwaarde dat deze keuze na een evaluatie in 2017 zou worden heroverwogen. Deze evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden. Dit is volgens de ACVZ onwenselijk vanuit het oogpunt van de legitimiteit van de startup-regeling. De evaluatie dient daarom spoedig plaats te vinden, aldus de adviescommissie. 

Rechtsbescherming

De adviescommissie plaatst een aantal kanttekeningen bij de rechtsbescherming  van de regeling. Dit betreft onder meer de goedkeuringsprocedure van de begeleider. Deze procedure is ingebed in de aanvraagprocedure van de buitenlandse startup-ondernemer en dus geen afzonderlijke procedure. In de aanvraagprocedure van de startup-ondernemer merkt de IND de begeleider niet aan als belanghebbende en het besluit in de aanvraagprocedure wordt niet aan de begeleider toegezonden. De begeleider wordt hierdoor belemmerd in het instellen van rechtsmiddelen tegen het besluit. De begeleider kan door het besluit namelijk in zijn bedrijfsbelang worden getroffen. Zonder goedkeuring kan de begeleider geen enkele buitenlandse startup-ondernemer begeleiden. De adviescommissie pleit voor een separate juridische status en procedure voor deskundige begeleiders. In het advies gaat de ACVZ ook in op de rechtsbescherming van de startup-ondernemer.

De rol van private actoren in het migratiebeleid

Dit advies maakt deel uit van de adviesreeks over ‘De rol van private actoren in het migratiebeleid’. Eerder verschenen rapporten in deze reeks zijn 'Marktwerking inburgeringsonderwijs' en  'Vervoerdersverplichtingen'

Samengesteld adviesrapport en Follow up

Zie voor het samengesteld adviesrapport en een reactie van de staatssecretaris de synthesepagina 'Grip houden op publieke belangen. Onderzoek naar privatisering in het migratiebeleid'.

Vragen?

Heeft u vragen over dit advies? Neem dan contact op met David de Jong en of Laura Kok.