Advies: Marktwerking inburgeringsonderwijs

De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) heeft voor dit advies onderzoek gedaan naar de wijze waarop de markt voor inburgeringsonderwijs de afgelopen jaren was ingericht en hoe dat heeft gefunctioneerd. De adviescommissie concludeert dat de inrichting van het stelsel gebrekkig was, waardoor inburgeringsplichtigen hun rol als consument veelal niet goed hebben kunnen invullen.

Het advies ‘Marktwerking in het inburgeringsonderwijs en de verantwoordelijkheid van de overheid’ maakt deel uit van het lopende onderzoek naar de rol van private actoren in het migratiedomein. Het gehele onderzoek waarbij nog een drietal andere thema’s worden betrokken te weten ‘carriersancties’, de ‘erkende referentprocedure’ en ‘externe dienstverleners bij de aanvraagprocedure voor visa kort verblijf’ brengt de ACVZ medio 2020 uit.

Met dit advies over de marktwerking in het inburgeringsonderwijs hoopt de ACVZ te kunnen bijdragen aan een evenwichtiger stelsel waarin inburgeringsplichtigen kwalitatief goed inburgeringsonderwijs krijgen. Omdat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid momenteel werkt aan een nieuw stelsel voor het inburgeringsonderwijs, de ‘Veranderopgave Inburgering’, heeft de ACVZ de publicatie van dit deeladvies vervroegd.

Met de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2007 is marktwerking in het stelsel van inburgering geïntroduceerd. Gemeenten en inburgeringsplichtigen gingen zelf inburgeringsonderwijs inkopen bij taalscholen. Toen de Wet inburgering 2013 in werking trad, is de markt voor inburgeringsonderwijs een consumentenmarkt geworden waarop taalscholen met elkaar concurreren om inburgeringsplichtigen als cursisten binnen te halen. De ACVZ heeft de marktwerking in het inburgeringsonderwijs onderzocht aan de hand van een set van vragen die zijn ontleend aan een SER-advies uit 2010, ‘Overheid én Markt: Het resultaat telt!’.

Vragen

Heeft u een vraag over dit advies? Neem dan contact op met een van onze adviseurs: Laura Kok of David de Jong.