Wist je dat … herkomstlanden een cruciale rol spelen bij (gedwongen) terugkeer van migranten uit Nederland?
Blogs
In Nederland gelden regels die bepalen welke migranten mogen blijven en wie niet. Wie geen verblijfsrecht (meer) heeft, moet het land verlaten. In een goed functionerend migratiesysteem gebeurt dat ook. Maar in de praktijk is dat vaak niet het geval. Ook andere EU-lidstaten worstelen hiermee, ondanks dat terugkeer al jaren een beleidsprioriteit is. De gedachte klinkt simpel: als iemand niet mag blijven, stuur je hem of haar terug. Maar terugkeer kan alleen slagen als drie partijen meewerken: de overheid die het vertrek regelt, de migrant, en het land van herkomst dat toelating moet verlenen. In dit blog gaan we in op de belangrijkste knelpunten.
Inspanningen van de Nederlandse overheid
Als iemand zonder geldige verblijfspapieren in Nederland een verblijfsvergunning aanvraagt (bijvoorbeeld een asielzoeker) en die wordt afgewezen, legt de overheid aan die persoon een vertrekplicht ('terugkeerbesluit') op. Ook kan bij een controle blijken dat iemand geen verblijfsrecht (meer) heeft. Ook dan volgt een vertrekplicht. Voorbeelden van zulke controles zijn de Koninklijke Marechaussee bij de grens met Duitsland of België, identiteitscontrole door de politie na een strafbaar feit (zoals zwartrijden of winkeldiefstal), en inspecties op de werkvloer waarbij mensen zonder verblijfsrecht worden aangetroffen.
De overheid zoekt echter niet actief naar mensen zonder legaal verblijf. Migranten die zonder verblijfsrecht Nederland zijn binnengekomen en die geen verblijfsaanvraag hebben ingediend, of van wie het verblijfsrecht is verlopen (‘overstayers'), blijven meestal buiten beeld. Alleen bij contact met politie of arbeidsinspectie komen zij in beeld.
Daarom is er weinig zicht op de omvang van de groep mensen zonder geldige verblijfspapieren. Maar schattingen van het WODC uit 2020 gaan uit van 23.000 tot 58.000 mensen. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe schatting. Wanneer aan iemand een vertrekplicht is opgelegd, probeert de overheid vertrek te realiseren door de terugreis te faciliteren en afspraken te maken met het land van bestemming.
Rol van de migrant
Een deel van de deze migranten accepteert de terugkeerverplichting en verlaat Nederland. Soms maken zij gebruik van ondersteuning die de overheid biedt, zoals het regelen van de terugreis of financiële hulp. Een ander deel werkt niet mee en probeert vertrek te voorkomen, bijvoorbeeld door vóór de geplande terugreis de verblijfplaats die bekend is bij de overheid te verlaten en niet te komen opdagen. Dit komt vaak voor bij asielzoekers die terug moeten naar een andere EU-lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van hun asielverzoek ('Dublinoverdrachten'). Ook bij terugkeer naar het land van herkomst verdwijnen mensen regelmatig vóór vertrek. Daarnaast hebben veel migranten geen geldige reisdocumenten. Deze moeten dan eerst via de ambassade van het land van herkomst worden aangevraagd. Wanneer de migrant daar onvoldoende aan meewerkt, vertraagt dit de identiteitsvaststelling en daarmee de uitgifte van reisdocumenten.
Om te voorkomen dat iemand uit beeld verdwijnt vóór vertrek, kan de overheid toezichtmaatregelen opleggen, zoals een meldplicht, of in uiterste gevallen vreemdelingenbewaring. Dat is een zwaar middel dat alleen mag worden ingezet bij aantoonbaar risico op onttrekking aan het toezicht én als er uitzicht op vertrek of uitzetting is. Uit ons eerdere advies Samen werken aan terugkeer blijkt dat vreemdelingenbewaring effectief kan zijn, mits er afspraken zijn met de landen van bestemming (zoals bij Dublinoverdrachten).
Afspraken met het land van herkomst
Je kunt een migrant niet zomaar over de grens of op een vliegtuig naar het land van herkomst zetten. Dat land moet de migrant ook toelaten. Bij een migrant die bereid is mee te werken en geldige reisdocumenten heeft, is toelating meestal geen probleem. Bij gedwongen uitzettingen zonder geldige reispapieren kan dat anders liggen. Dan moet de ambassade van het land van herkomst nieuwe documenten verstrekken. Niet alle ambassades werken hieraan mee, wat terugkeer vertraagt. Overigens werkt een ambassade meestal wél mee als de migrant zelf terug wil keren.
Achter een weigering kunnen uiteenlopende redenen zitten: organisatorisch, financieel, economisch of politiek. Sommige landen koppelen hun medewerking expliciet aan bredere politieke kwesties. Zo stopte Marokko tijdelijk met het verstrekken van reisdocumenten zolang Nederland zich uitsprak over de protestbeweging in het Rifgebergte. Pas toen Nederland beloofde zich daar niet meer mee te bemoeien, hervatte Marokko de samenwerking.
In ons advies Strategische Landenbenadering laten we zien dat de Nederlandse overheid verschillende instrumenten kan inzetten om herkomstlanden (beter) te laten meewerken aan terugkeer. Tegelijkertijd zijn er ook grenzen: terugkeer is slechts één van meerdere belangen in de relatie met herkomstlanden. Te veel druk kan samenwerking op andere dossiers schaden.
Terugkeer blijft complex, maar nieuwe EU-regels kunnen helpen
Het is dus niet eenvoudig om iedereen die niet mag blijven ook echt te laten vertrekken. Wanneer de migrant of het land van herkomst niet meewerkt, stokt het proces. Dit kan veranderen met de voorgestelde EU-terugkeerverordening (maart 2025), die terugkeer naar landen buiten de EU mogelijk maakt als er met zo’n land afspraken zijn gemaakt, ook als de migrant daar geen directe band mee heeft. Deze zogenaamde 'terugkeerhubs' moeten het probleem van niet-meewerkende herkomstlanden helpen omzeilen.
Tegen dit idee bestaan echter forse bezwaren. Critici wijzen op juridische en mensenrechtelijke risico’s, zoals het mogelijk schenden van internationale verplichtingen en het gevaar dat mensen in landen belanden waar hun rechten onvoldoende zijn gewaarborgd. Ook rijst de vraag hoeveel landen bereid zijn deze rol te vervullen, en tegen welke prijs. Er zijn nu voorzichtige gesprekken met Oeganda, maar het valt nog te bezien hoe dit uitpakt.
Kortom, het nieuwe idee van de terugkeerhubs zorgt misschien voor verbreding van de mogelijkheden, maar terugkeer wordt daarmee niet per se minder complex. Duurzame terugkeer vereist nog steeds inzet van de nationale overheid, meewerken van migranten en nauwe samenwerking met (herkomst)landen.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.