Wist u dat ...? Feiten en ficties over migratie (deel 2)

Opzeggen Vluchtelingenverdrag schaadt ook Nederlands belang

In de aanloop naar de verkiezingen publiceert de adviesraad een blogserie waarin kennis en feiten over migratie worden gepresenteerd. Dit is het tweede deel in deze serie.
VN-vluchtelingenverdrag
Beeld: ©Onbekend

Bij de zoektocht naar oplossingen voor de vluchtelingenproblematiek en het ervaren gebrek aan grip op asielmigratie, weerklinkt in Nederland met enige regelmaat de roep om het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties (VN) op te zeggen of aan te passen. Omdat dit verdrag uit 1951 niet meer van deze tijd zou zijn. Omdat het nooit bedoeld zou zijn geweest voor de huidige aantallen vluchtelingen en omdat het Nederland zou beperken om eigen keuzes te maken in het asielbeleid.

In het regeerakkoord van Kabinet-Rutte III was afgesproken om een studie te laten uitvoeren naar de vraag of het Vluchtelingenverdrag nog wel ‘bij de tijd zou zijn’ om ‘een duurzaam juridisch kader te vormen voor het internationale asielbeleid van de toekomst.’ Op basis van een door Donner en Den Heijer uitgevoerde verkenning,  concludeerde het kabinet dat opzegging of wijziging van het verdrag weinig toegevoegde waarde heeft. Inzet op verbetering van de Europese asielsamenwerking is nuttiger. Is daarmee de kous af? Nee, toch niet, het voorstel tot opzeggen of wijzigen komt namelijk steeds weer terug.

Waarom heeft het dan zo weinig zin om het verdrag op te zeggen of aan te passen? Het Vluchtelingenverdrag zelf kent geen herzieningsprocedure om het verdrag aan te passen. Nederland zou daarom via de Algemene Vergadering van de VN om een aanpassing van het verdrag moeten verzoeken. Alle betrokken verdragspartijen moeten het vervolgens eens zijn met die aanpassingen. In het verdrag en ook in het Protocol van 1967 - waarin de werkingssfeer van het verdrag werd uitgebreid - is wel geregeld dat een land zelf uit het verdrag kan stappen. Maar omdat het verdrag (en het protocol) onderdeel uitmaken van de verdragen van de Europese Unie, moeten die verdragen ook gewijzigd worden, of het moet komen tot een Nexit.

Opzegging of wijziging van het Vluchtelingenverdrag betekent dat Nederland diplomatieke schade op het wereldtoneel lijdt en zich op politiek en economisch vlak isoleert in Europa. Inhoudelijk levert het daarbij ook nog eens niets op. In het Unierecht, en via het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens is het asielrecht namelijk veel meer uitgewerkt en gaan de afspraken ook verder dan de rechten en verplichtingen uit het Vluchtelingenverdrag. De definities zijn bijvoorbeeld breder: ook mensen die vluchten voor grootschalig willekeurig geweld krijgen bescherming. Het Unierecht bepaalt hoe de asielprocedure moet worden ingericht en welke waarborgen daarbij gelden. Die waarborgen staan niet expliciet in het Vluchtelingenverdrag. Ook zonder Vluchtelingenverdrag is Nederland hoe dan ook aan deze Europese afspraken gebonden.

Het is belangrijk dat Nederland partij is en blijft bij het Vluchtelingenverdrag. Multilaterale verdragen vormen een belangrijk onderdeel van de internationale rechtsorde. Na de Tweede Wereldoorlog en de oprichting van de VN is er een aantal mensenrechtenverdragen opgesteld. Het Vluchtelingenverdrag is een van die fundamentele verdragen. Het heeft als kernwaarde dat als een land een burger niet langer bescherming kan of wil bieden, een ander land deze bescherming ‘overneemt’ en dat die persoon niet wordt teruggestuurd naar een land waar hij of zij gevaar loopt.

De bescherming van vluchtelingen is niet enkel een Europees maar juist een mondiaal vraagstuk. Het merendeel van de vluchtelingen - zo’n 85 procent - zoekt toevlucht in de vaak armere regio's rondom het land van herkomst. Het is dan ook van belang dat deze landen hun grenzen openhouden, bescherming blijven bieden en zich hierbij gesteund weten door de rest van de wereld. Het Vluchtelingenverdrag is zeker niet perfect: zo ontbreekt bijvoorbeeld een concreet verdeelmechanisme. Maar het verdrag vormt wel de (enige) breed gedeelde normatieve grondslag voor het gezamenlijk realiseren van vluchtelingenbescherming op basis van internationale solidariteit. Internationale verdragen maken fatsoenlijke, beheersbare afspraken mogelijk tussen landen met heel verschillende belangen: die van eerste opvang, bestemmings- en asielverlenende landen, landen van herkomst. Het belang van het Vluchtelingenverdrag als uitgangspunt voor deze afspraken is bij het opstellen van het Global Compact on Refugees in 2018 nogmaals bevestigd.

Nederland is sinds 1956 aangesloten bij het Vluchtelingenverdrag, dat samen met andere normatieve multilaterale verdragen het fundament vormt van de internationale rechtsorde. Artikel 90 van de Grondwet geeft de regering zelfs expliciet de taak om de internationale rechtsorde te bevorderen. Hieronder valt ook het waarborgen van mensenrechten en het bevorderen van de naleving van internationale regels. De werking van het Vluchtelingenverdrag verzwakken of opzeggen gaat daarmee in tegen de geest van de Nederlandse Grondwet. En die Grondwet dient bij uitstek het nationaal belang.

Het opzeggen van het Vluchtelingenverdrag is daarmee een - op het oog stoere – maatregel, die vooral diegenen treft die echt bescherming nodig hebben gezien de realiteit van de opvang in de regio, die wederkerige afspraken op de tocht zet (‘als jij niet meer meedoet, waarom zou ik dan nog meedoen?’) en die afbreuk doet aan de werking van de internationale rechtsorde.

Dit blog is samengesteld door Mariam Chebti, Ton van Loon en Myrthe Wijnkoop