Naar een gelijker speelveld bij vaststelling nationaliteit en identiteit van migranten

Hoe kan de menselijke maat in het migratiebeleid centraler komen te staan? In dit vierde commentaar in de reeks ‘de menselijke maat in het migratiebeleid’  staat de vaststelling van nationaliteit en identiteit van migranten centraal. In deze reeks commentaren verkent de migratieraad in hoeverre er voldoende aandacht is voor de ‘menselijke maat’ bij de totstandkoming en uitvoering van het migratiebeleid.

Voldoende aandacht voor de menselijke maat in het migratiebeleid?

De adviesraad verkent in het kader van zijn Programmalijn Effectieve Rechtsbescherming in een serie commentaren welke parallellen er te trekken zijn tussen actuele maatschappelijke ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de lessen uit de toeslagenaffaire en de recente ontwikkelingen in het migratiebeleid.

De rode draad in ieder commentaar is steeds de vraag of er wel voldoende kenbare aandacht is voor de menselijke maat bij het opstellen en uitvoeren van het migratiebeleid.

In de context van deze programmalijn gaat het vooral om de eisen die belangrijke rechtsstatelijke beginselen, zoals rechtsgelijkheid, evenredigheid en effectieve rechtsbescherming stellen aan wet- en regelgeving en de wijze van uitvoering hiervan.

Bewijspositie en equality of arms

Dit vierde commentaar in de reeks ‘de menselijke maat in het migratiebeleid’ gaat over de bewijsposities van migrant en overheid bij het vaststellen van nationaliteit en identiteit in relatie tot het beginsel van equality of arms. Dit beginsel houdt in dat er een gelijk speelveld is voor de in een procedure betrokken partijen. Concreet betekent dit onder andere dat er tussen partijen evenwicht moet bestaan bij de mogelijkheid om bewijs te leveren. Voor asielzoekers geldt dat zij alle relevante elementen om hun asielverzoek te onderbouwen, waaronder ook nationaliteit en identiteit, aannemelijk moeten maken. Bij migranten die een reguliere verblijfsaanvraag doen geldt dat zij hun nationaliteit en identiteit moeten aantonen.

Knelpunten in de praktijk

Aan de hand van vier casussen maakt de adviesraad de knelpunten inzichtelijk die spelen bij de bewijsmaatstaf en bewijslastverdeling tussen individu en overheid bij het vaststellen van nationaliteit en identiteit. (Asiel)migranten hebben vaak een zwakke bewijspositie. Zo beschikken ze niet altijd over documenten. En als ze die hebben dan zijn dit volgens de overheid vaak niet de juiste. De manier waarop deze invulling geeft aan de samenwerkings-en onderzoeksplicht en het toepassen van het voordeel van de twijfel is voor verbetering vatbaar. In praktijk is de bewijsdrempel dermate hoog dat deze door migranten niet wordt gehaald. Dit roept de vraag op hoe redelijk de gestelde eisen dan zijn. Juist omdat de gevolgen ervan ingrijpend zijn: geen bescherming, langdurige scheiding van gezinsleden, geen kind-specifieke waarborgen.

Koerswijziging rechtspraak

Recent zien we enkele belangrijke koerswijzigingen vanuit de rechtspraak waarbij de lat voor de migrant iets lager wordt gelegd en er ruimte lijkt te komen voor meer maatwerk. Van belang is nu dat deze wijzigingen worden doorgevoerd in het beleidskader als de beslispraktijk hierop worden aangepast, zodat de menselijke maat (meer) terugkomt in het migratiebeleid.

Vragen?

Heeft u vragen of opmerkingen over dit onderwerp? Neem dan contact op met programmacoördinator David de Jong.