Beeld: ©Rijksoverheid

Advies over wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot herziening van verlies van rechtswege wegens langdurig verblijf buiten het koninkrijk en de EU

Op 22 mei 2023 heeft de adviesraad advies uitgebracht over het voorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) tot herziening van de regeling van verlies van rechtswege wegens langdurig verblijf buiten het grondgebied van het Koninkrijk en het gebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) van toepassing is, en om te voorzien in een tijdelijke mogelijkheid tot herkrijging van het Nederlanderschap, alsmede enkele andere wijzigingen.

In het advies wordt onder meer ingegaan op het voorstel om het eenvoudiger te maken om het Nederlanderschap te behouden bij langdurig verblijf buiten het Koninkrijk en het gebied waarop het VEU van toepassing is. Langdurig verblijf buiten Nederland kan leiden tot verlies van het Nederlanderschap tenzij de verliestermijn van dertien jaar wordt gestuit. Stuiting kan door gedurende ten minste één aaneengesloten jaar hoofdverblijf te hebben in het Koninkrijk of in de gebieden waarop het VEU van toepassing is, of door de verstrekking van een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap dan wel van een reisdocument, Nederlandse identiteitskaart of vervangende Nederlandse identiteitskaart in de zin van de Paspoortwet (hierna: een identiteitsdocument). In de huidige systematiek van de wet gaat dan een nieuwe verliestermijn van dertien jaar lopen.

Het wetsvoorstel herziet dit automatisme zodanig dat door een eenmalige stuiting van de verliestermijn de rest van het leven het Nederlanderschap wordt behouden. De adviesraad beveelt aan om het verlies van rechtswege van de Nederlandse nationaliteit na langdurig verblijf buiten het Koninkrijk en de EU uit de RWN te schrappen. De adviesraad heeft dit eerder aanbevolen in het advies over wijziging van de RWN in verband met het arrest Tjebbes. Verlies van rechtswege staat op gespannen voet met het rechtszekerheidsbeginsel. Bovendien wordt het bestaan van een reële band met Nederland enkel aangenomen als binnen de verliestermijn op aanvraag een identiteitsdocument wordt verstrekt. Andere vormen van bewijs van verbondenheid met Nederland worden op voorhand uitgesloten.

De adviesraad is van mening dat indien de wetgever de voorgestelde wijziging handhaaft, nader gemotiveerd moet worden waarom de eenmalige verstrekking van een identiteitsdocument ertoe leidt dat het Nederlanderschap niet meer verloren kan worden.