Advies over nota van wijziging bij de novelle bij het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring

Het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring (Wtvb) kent een lange ontstaansgeschiedenis. Op 6 maart 2014 heeft de adviesraad voor het eerst advies uitgebracht over dit wetsvoorstel. Nadat het wetsvoorstel is gewijzigd, heeft de adviesraad op 13 oktober 2020 en 27 september 2023 aanvullende adviezen uitgebracht.  In een nota van wijziging is het wetsvoorstel nu opnieuw gewijzigd. In dit nieuwe advies vraagt de adviesraad aandacht voor twee zaken.

'Verboden voorwerpen' te ruim geformuleerd

De wijziging van het wetsvoorstel houdt onder meer in dat het ook in inrichtingen voor vreemdelingenbewaring strafbaar blijft om verboden voorwerpen binnen te brengen. Als voorbeelden worden genoemd mobiele telefoons, andere informatiedragers en ‘gereedschappen’. De adviesraad vindt het, gelet op het bestuursrechtelijke kader van vreemdelingenbewaring, niet wenselijk om voorwerpen die in de vrije maatschappij niet verboden zijn in een inrichting voor vreemdelingenbewaring te verbieden, voor zover die voorwerpen geen risico vormen voor de veiligheid in de inrichting.

Verlenging van de ophoudingstermijn beter inkaderen

De regering heeft besloten dat verlenging van de ophouding mogelijk moet zijn als de afweging om al dan niet vreemdelingenbewaring toe te passen nog niet is afgerond. Ook wordt de verkorting van de verlengingstermijn van achtenveertig naar vierentwintig uur teruggedraaid. De nieuwe grond voor verlenging is zo ruim geformuleerd, dat die vrijwel altijd kan worden toegepast. Dat is onwenselijk, zeker omdat de verlengingstermijn niet wordt verkort van achtenveertig naar vierentwintig uur. Tegelijkertijd is het een reëel probleem dat het niet altijd mogelijk is om binnen de ophoudingstermijn (ook als die wordt verlengd naar 9 uur) een bewaringsbesluit te nemen, bijvoorbeeld als grotere groepen vreemdelingen tegelijkertijd worden aangetroffen. Daarom beveelt de adviesraad aan op te nemen dat in het geval van bijzondere omstandigheden de ophoudingstermijn met achtenveertig uur kan worden verlengd. Deze bijzondere omstandigheden dienen wel altijd verband te houden met de vaststelling van de identiteit en verblijfsrechtelijke status van de vreemdeling of het onderzoek naar het opleggen van vreemdelingenbewaring dan wel een alternatieve maatregel. Hierin kan expliciet worden gemaakt dat er aanleiding is om bijzondere omstandigheden aan te nemen op het moment dat er een grotere groep vreemdelingen tegelijkertijd wordt aangetroffen. Op deze manier kan de brede bevoegdheid tot verlengen beter worden ingekaderd.