Wist u dat ... grenscontroles terug zijn, maar het recht op asiel onaangetast blijft?

Blogs

Sinds december 2024 voert Nederland opnieuw grenscontroles uit aan de grenzen met andere Schengenlanden. Hoewel deze controles formeel tijdelijk zijn, zijn ze in de praktijk al maandenlang van kracht.

Dat dit überhaupt mogelijk is wordt begrijpelijker wanneer we naar de achtergrond van het Schengenverdrag kijken. In dat verdrag (het eerste stamt uit 1985) spraken deelnemende landen af om systematische grenscontroles aan de binnengrenzen af te schaffen. Daarmee kreeg het al eerder bestaande vrije verkeer van personen – vastgelegd in het Verdrag van Rome van 1957 – ook een realiteit: burgers konden zich voortaan zonder paspoortcontrole vrij bewegen binnen het Schengengebied.

Het wegvallen van grenscontroles kan ook risico’s met zich mee brengen, zoals irreguliere migratie, grensoverschrijdende criminaliteit of verstoringen van de openbare orde. Daarom bevat de Schengengrenscode (hierna SGC), waarin regels zijn opgenomen over het overschrijden van Europese grenzen, diverse bepalingen met uitzonderingen op dat vrije verkeer. Deze bieden lidstaten de mogelijkheid om, in uitzonderlijke situaties, tijdelijk opnieuw controles in te voeren aan de binnengrenzen. In de praktijk gebeurt dit echter steeds vaker, en voor langere periodes.

Grensbord 'Welkom in Nederland'
Beeld: ©Rijksoverheid

Grenscontroles door de Koninklijke Marechaussee

Het beeld bestaat soms dat er vóór het invoeren van de grenscontroles aan de Nederlandse binnengrenzen niets gebeurde. Dat klopt niet. Onder artikel 23 SGC zijn landen bevoegd om in plaats van grenscontroles op de grens in een gebied achter de grens politiecontroles uit te voeren. Deze controles zijn aan een aantal voorwaarden gebonden. De Koninklijke Marechaussee is als grenspolitieorganisatie conform de artikelen 4.17a en b van het Vreemdelingenbesluit 2000 bevoegd om in het gebied achter de grens personen en voertuigen te controleren op het hebben van een geldige verblijfstitel. Deze taak is bekend als het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) en wordt uitgevoerd op (snel)wegen, treinen en vluchten tussen Schengen lidstaten. Omdat deze controles niet het karakter mogen hebben van verkapte permanente grenscontroles – zoals we die nu in Nederland hebben – gelden  er beperkingen voor bijvoorbeeld het aantal uren per dag, aantal vluchten en aantal treincoupés. Het MTV heeft als doel het tegengaan van irreguliere migratie naar Nederland. Het MTV is dus een vreemdelingrechtelijke bevoegdheid waarbij de KMar optreedt als toezichthouder van de naleving van het vreemdelingenrecht.  

Nieuwe grenscontroles als noodmaatregel

In december 2024 wilde toenmalig Minister van Asiel en Migratie Faber dat Nederland, in navolging van een reeks andere Schengenlanden, zoals Duitsland en Oostenrijk, ook de binnengrenzen ‘dicht’ zou gooien door in ieder geval voor een periode van 6 maanden de permanente grenscontroles terug te brengen. De mogelijkheid om dit te doen is geregeld in artikel 25 SGC. Dit artikel biedt lidstaten de ruimte om, in uitzonderlijke gevallen waarin sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare orde of binnenlandse veiligheid, tijdelijk het grenstoezicht aan de binnengrenzen te herstellen. Het gaat hier expliciet om een uiterst middel: een noodmaatregel die slechts genomen mag worden als andere, minder ingrijpende opties onvoldoende zijn gebleken. In eerste instantie mogen deze grenscontroles maximaal dertig dagen duren, maar verlenging is mogelijk zolang de dreiging aanhoudt, met een maximumduur van zes maanden. Als een lidstaat tot herinvoering besluit, moet dit gemeld worden aan de Europese Commissie en aan de andere lidstaten. Daarbij moet duidelijk worden gemaakt waarom het toezicht noodzakelijk is, welke gebieden het betreft, en hoe proportionaliteit wordt gewaarborgd. Dat wil zeggen dat de maatregel in verhouding staat tot het nagestreefde doel en niet verder gaat dan nodig is. In die zin is artikel 25 geen vrijbrief voor nationale actie, maar een zorgvuldig ingebedde uitzonderingsbepaling binnen een verder grensvrij Europa.

De herinvoering van binnengrenscontroles werd gemotiveerd door zorgen over de vermeende druk op het nationale migratiesysteem. Deze druk zou voortkomen uit irreguliere en secundaire migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en het gebrekkig functioneren van het Europese Dublin-systeem. Deze redenering is deels gegrond. De Adviesraad Migratie stelde in zijn advies over secundaire migratie (2019) immers al vast dat het Dublin-systeem onvoldoende effectief is in het voorkomen van secundaire migratiestromen.

In april 2025 besloot het kabinet om het grenstoezicht aan de binnengrenzen met zes maanden te verlengen. Volgens het kabinet rechtvaardigde de aanhoudende problematiek een verlenging, omdat die volgens hen een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde en binnenlandse veiligheid.

Hoe ‘dicht’ zijn de grenzen nu en wat levert het op?

De effecten van de in december 2024 ingevoerde maatregel zijn vooralsnog beperkt. De Algemene Rekenkamer concludeerde dat het aantal geweigerde reizigers zonder geldige papieren weliswaar is toegenomen, maar dat het aantal daadwerkelijke aanhoudingen, bijvoorbeeld voor mensensmokkel of documentfraude, juist is afgenomen. Ook blijkt uit de door de Rekenkamer gepresenteerde cijfers dat minder dan één procent van de asielzoekers via een grens- of MTV-controle de asielketen binnenkomt. Het overgrote deel meldt zich rechtstreeks bij de IND of het COA. De ingevoerde grenscontroles vormen geen belemmering voor het aanvragen van asiel door ongedocumenteerde migranten die tijdens deze controles door de Koninklijke Marechaussee worden onderschept. Dit recht blijft volledig gewaarborgd, ongeacht de intensiteit van de controles.

De Nederlandse praktijk past formeel binnen artikel 25 SGC, maar roept - net als in andere lidstaten - vragen op over de duur, herhaling en effectiviteit van een maatregel die als uitzonderlijk is bedoeld. De meerwaarde lijkt vooral politiek en communicatief van aard: een publiek statement van regie in een context van maatschappelijke druk en bestuurlijke overbelasting. Zoals ook de Adviesraad Migratie benadrukt in het rapport Realisme rond richtgetallen (2022) schuilt er een risico in de fixatie op zichtbare aantallen en symbolisch beleid, terwijl de daadwerkelijke sturingsruimte van de overheid om door concrete interventies écht meer grip op migratie te krijgen  beperkt blijft. Dergelijke maatregelen kunnen daarmee verwachtingen wekken die niet waargemaakt kunnen worden.

Daarnaast is het idee van een ‘gesloten grens’ een utopie. Ondanks de herinvoering van controles vindt het grootste deel van het grensverkeer ongehinderd plaats, eenvoudigweg omdat Nederland meer dan 800 grensovergangen telt die onmogelijk allemaal bemenst kunnen worden. Bovendien is een weigering van een persoon aan de grens ook niets meer dan een tijdelijke terugwijzing aan de grens. Een geweigerde persoon kan op een ander moment en op een andere – niet gecontroleerde – locatie alsnog de grens oversteken. Ondertussen blijven structurele knelpunten - zoals opvangcapaciteit, Dublin-transfers en terugkeer - grotendeels bestaan.

De hamvraag is daarmee niet hoe dicht de grenzen feitelijk zijn (want dat zijn ze niet), maar wat die vermeende ‘geslotenheid’ daadwerkelijk bijdraagt aan het oplossen van de onderliggende problemen rond asiel. En in hoeverre symbolische daadkracht structureel lange termijn beleid heeft vervangen.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.