Advies: Uitbreiding zoekjaar hoogopgeleiden

De ACVZ laat zich in dit wetsadvies positief uit over voorgestelde versoepeling van de voorwaarden voor hoogopgeleiden om in aanmerking te komen voor een zoekjaar en de vereenvoudiging van de regelgeving door de samenvoeging van twee bestaande regelingen. De commissie plaats kanttekeningen bij een aantal wijzigingen, waaronder het gehanteerde looncriterium voor hoogopgeleiden, het zoekjaar voor startende ondernemers en de verblijfsrechtelijke bescherming bij de bestuursrechtelijke aanpak van arbeidsgerelateerde uitbuiting.

In het ontwerpbesluit is voorgesteld om het looncriterium ten aanzien van kennismigranten te wijzigen. Het criterium is thans dat de vergunning arbeid als kennismigrant kan worden geweigerd als het loon van de kennismigrant naar het oordeel van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid sterk afwijkt van het loon dat voor de te verrichten werkzaamheden in overeenkomstige functies gebruikelijk is. Voorgesteld wordt om als norm te gaan hanteren dat het loon marktconform dient te zijn.

Aanbeveling

De ACVZ is van oordeel dat wijziging van de norm leidt tot een verzwaring van de voorwaarden die aan de vergunning worden gesteld en de in het ontwerpbesluit genoemde uitspraak van de Raad van State niet tot deze keuze verplicht. (ABRvS 15 december 2014, nr. 201402257/1/V1.)

Deze aanbeveling van de ACVZ is niet overgenomen. In de toelichting bij het besluit wordt erkend dat de wijziging een verzwaring betekent, maar die is volgens de staatssecretaris te relativeren. Bovendien wordt door het kabinet gesteld dat aansluiting bij de marktconformiteitstoets die door het UWV wordt gebruikt de rechtszekerheid ten goede komt.

In de tekst van het ontwerpbesluit is te lezen dat de vreemdeling die een verblijfsvergunning als startende ondernemer heeft gehad, maar niet kan doorstromen in de zelfstandigenregeling, een zoekjaar mag aanvragen mits hij aan de voorwaarden voor het zoekjaar voldoet.

  • De ACVZ heeft opgemerkt dat in de regelgeving niet tot uitdrukking komt dat een startende ondernemer na een jaar in aanmerking kan komen voor een zoekjaar.
     

De regelgeving is niet aangepast naar aanleiding van deze opmerking. Uit de toelichting bij het besluit valt op te maken dat de startende ondernemer indien hij binnen drie jaar voor de aanvraag een opleiding heeft afgerond als kennismigrant in aanmerking kan komen voor een zoekjaar.

  •  De ACVZ heeft opgemerkt dat niet duidelijk is waarom de vreemdeling geen verblijfsrechtelijke bescherming wordt geboden indien gekozen wordt voor een bestuursrechtelijke in plaats van een strafrechtelijke aanpak van arbeidsgerelateerde uitbuiting. De staatssecretaris heeft in het besluit gemotiveerd dat niet voor verblijfsrechtelijke bescherming is gekozen omdat deze niet noodzakelijk is om een loonvordering in te kunnen stellen.

Zowel bij de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf als bij een terbeschikkingstelling wordt in de berekening niet meegenomen of een EU-burger meer dan tien jaar in de gastlidstaat woont. De ACVZ heeft opgemerkt dat in het ontwerpbesluit onvoldoende is gemotiveerd waarom de periode van terbeschikkingstelling niet wordt meegeteld, omdat een terbeschikkingstelling kan worden opgelegd zonder dat sprake is van een verwijt in strafrechtelijke zin. In het besluit is aanvullend gemotiveerd dat bij de uitvoering van een terbeschikkingstelling evenals bij de executie van een gevangenisstraf de met het gastland opgebouwde banden van integratie worden verbroken.

  •  De ACVZ heeft opgemerkt dat indien de vreemdeling na een zoekjaar kennismigrant wordt een lagere inkomensnorm geldt. Uit het ontwerpbesluit blijkt niet hoelang dit lagere looncriterium blijft gelden. De commissie heeft aanbevolen om in de toelichting te herhalen dat het loon dat gold bij de eerste verlening als kennismigrant blijft gelden zolang men bij dezelfde werkgever blijft. In de motivering van het besluit is opgenomen dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) niet op voorhand zal bezien of de vreemdeling over voldoende middelen beschikt. Het middelenvereiste wordt aldus vormgegeven dat de IND de verblijfsvergunning als kennismigrant intrekt als een beroep wordt gedaan op de algemene middelen.
  •  De ACVZ heeft tot slot verzocht om, vanuit de één-loket-gedachte, de mogelijkheid te creëren dat kennismigranten de aanvraag voor een verblijfsvergunning kunnen indienen bij de loketten van de expatcenters. De staatssecretaris heeft dit verzoek niet gehonoreerd met als reden dat de aanvraag van het zoekjaar per post kan worden ingediend. De aanvrager hoeft hiervoor niet naar de IND te reizen.

Vragen

Heeft u een vraag? Neem contact op met David de Jong.