Wist u dat...? Feiten en cijfers over Migratie en Gemeenten (deel 2)

Werk, migratie en huisvesting hangen met elkaar samen

16 maart gaat Nederland naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen. Gemeenten hebben veel lokale opgaven voor hun burgers. Daaronder vallen ook het opvangen van asielzoekers en het huisvesten van diegenen die een asielvergunning hebben gekregen (statushouders). Maar tevens is het huisvesten van arbeidsmigranten een gemeentelijke opgave en sinds begin dit jaar ligt de inburgering van migranten eveneens weer op het bordje van de gemeenten.

Omdat cijfers en feiten over migratie relatief weinig aandacht krijgen in het publieke en politieke debat, publiceert de adviesraad migratie - in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen - een blogserie waarin kennis en feiten over Migratie en Gemeenten staan. Dit tweede blog gaat over de samenhang tussen werk, migratie en huisvesting.

Samenhang tussen werkgelegenheid, arbeidsmigratie en huisvesting

Stimuleren van de werkgelegenheid staat in veel gemeentelijke verkiezingsprogramma’s weer in de top drie van voornemens. Maar is dit streven wel zo vanzelfsprekend? Sommige bedrijven, en soms hele sectoren, kunnen in Nederland namelijk alleen nog bestaan vanwege de inzet van arbeidsmigranten.

Waar de wethouder Economische zaken verguld is met de realisatie van een nieuw bedrijventerrein, ziet de wethouder Wonen zich vervolgens geconfronteerd met een huisvestingsvraagstuk voor arbeidsmigranten en een nog grotere druk op de woningmarkt. Dat pleit voor een vestigingsbeleid en een woonvisie waarin het gemeentebestuur zich bewust toont van de samenhang tussen werkgelegenheid, arbeidsmigratie en huisvesting en hierin zorgvuldige afwegingen maakt.

Bouwvakker aan het werk
Beeld: ©Onbekend

De vestiging van nieuwe bedrijven kan arbeidsmigranten aantrekken

Eind 2021 was er veel ophef over de vestiging van een datacenter van Meta (voorheen Facebook) in Zeewolde. Eén van de argumenten van de partijen in de gemeenteraad die vóór de komst van het datacenter stemden, was dat dit structureel voor 410 voltijdsbanen zou zorgen en andere bedrijvigheid zou aantrekken. Anderen stelden daartegenover dat datacenters per hectare grond minder werkgelegenheid opleveren dan andere sectoren.

Het lijkt vanzelfsprekend dat hoe meer banen de vestiging van een bedrijf oplevert, hoe beter het is. Voldoende werkgelegenheid is immers erg belangrijk voor het welzijn van de bevolking. Maar toch is dat niet zo simpel als het lijkt. Nederland heeft nu een zeer krappe arbeidsmarkt. In het laatste kwartaal 2021 waren er 105 vacatures per 100 werklozen (CBS). Dat betekent dat zelfs als alle werklozen aan het werk zijn er nog steeds vacatures niet zijn vervuld. Toch steken gemeenten met het oog op het vergroten van de werkgelegenheid nog steeds veel energie in het behouden en aantrekken van bedrijven. En soms wordt een deel van de arbeidsplaatsen die dat oplevert vervolgens opgevuld door arbeidsmigranten, die met name afkomstig zijn uit andere EU-landen. Zij hebben namelijk onbeperkt toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Eind 2019 waren er in totaal 611.800 werkenden uit de EU in Nederland.

Ook arbeidsmigranten moeten ergens wonen

De vestiging van nieuwe bedrijven in gemeenten kan dus leiden tot de komst van meer arbeidsmigranten. Ook zij moeten ergens wonen. Soms gebeurt dat in speciale woonvoorzieningen, in de volksmond ook wel ‘Polenhotels’ genoemd. Plannen voor de ontwikkeling hiervan leiden echter vaak tot protesten van omwonenden, die vrezen voor overlast, een ‘negatieve uitstraling’ op hun buurt of een ‘aantasting van hun leefomgeving’ (zie bijvoorbeeld WestlandDongen en Sevenum.) In de gemeente Hollands Kroon is de stichting ‘Red de Wieringermeer’ in opstand gekomen tegen verdere uitbreiding van het bedrijventerrein ‘Agriport’. Hier zijn met name glastuinbouw, logistieke bedrijven en datacentra gehuisvest. Volgens de stichting trekken de glastuinbouwbedrijven jaarlijks duizenden arbeidsmigranten, terwijl er onvoldoende woonvoorzieningen voor hen zijn. Het gevolg is dat huizen in de gemeente worden opgekocht om arbeidsmigranten te kunnen huisvesten. Hierdoor neemt de krapte op de woningmarkt nog verder toe. Nederland kwam in 2019 ongeveer 120.000 huisvestingsplekken voor tijdelijke arbeidsmigranten te kort.

De meerderheid van de arbeidsmigranten (55%) woont in reguliere woningen. [1] De wethouder Wonen van de gemeente Den Haag trok twee jaar geleden al aan de bel over de woonomstandigheden van arbeidsmigranten in zijn gemeente. In Den Haag zijn de afgelopen jaren ‘in hoog tempo woningen opgekocht, gesplitst en verkamerd’ om arbeidsmigranten te huisvesten. Velen van hen werken overigens niet in de gemeente Den Haag, maar in het Westland, dat niet alle arbeidsmigranten die het aantrekt ook zelf huisvest. Dit heeft de laatste jaren voor wrevel gezorgd bij de omringende gemeenten.

[1] De rest woont in speciale woonvoorzieningen (19%), recreatieparken (14%) en hotels/pensions (11%).

Woonwijk in aanbouw
Beeld: ©Onbekend

Veel arbeidsmigranten vestigen zich permanent in Nederland

Meer tijdelijke woonvoorzieningen op of nabij bedrijventerreinen kunnen het huisvestingsprobleem verlichten, maar dat is niet de enige oplossing. Het clichébeeld dat de EU-arbeidsmigrant een alleenstaande jongeman is die tijdelijk naar Nederland komt om seizoensarbeid te verrichten, klopt namelijk niet. De samenstelling van de groep arbeidsmigranten is zeer divers. Zo is bijvoorbeeld 36% van de EU-arbeidsmigranten vrouw. En hoewel de land- en tuinbouwsector nog steeds een belangrijke werkgever is, werken de meeste EU-arbeidsmigranten tegenwoordig in de logistiek en voedingsindustrie (respectievelijk 29 en 27%). De grote distributiecentra zouden niet kunnen bestaan zonder arbeidsmigranten en de banen die deze centra opleveren zijn meestal niet van tijdelijke aard. Het is verder goed om te beseffen dat werk één onderdeel is van het leven dat arbeidsmigranten hier leiden, maar natuurlijk niet het enige.  Recent verwoordde een manager van een distributiecentrum van de Action dit in de NRC als volgt: ‘Hier werken mensen, hier leven mensen. Ze krijgen hier relaties met elkaar en ze scheiden. Ze krijgen kinderen en ze gaan dood.’ Arbeidsmigranten worden, kortom, onderdeel van onze samenleving en dat is vaak permanent. 62% van de ongeveer 570.000 eerste generatie EU-migranten die in 2018 stonden ingeschreven in de Basisregistratie Personen, verbleef hier al langer dan drie jaar. En in 2021 gaf ruim de helft (56%) van de 1.634 deelnemers aan het arbeidsmigrantenpanel van het Kenniscentrum Arbeidsmigranten aan, hier graag te willen blijven.

Geen tweederangsburgers, dus een thuis voor iedereen

In 2020 heeft het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten in het rapport ‘Geen tweederangs burgers’ concrete aanbevelingen gedaan om de huisvesting van arbeidsmigranten te verbeteren. Deze aanbevelingen zijn verder uitgewerkt in onder meer het rapport ‘Een thuis voor iedereen’ en de ‘Handreiking huisvesting arbeidsmigranten’.  Deze handreiking heeft tot doel de kennis in gemeenten over bestaande sturingsmogelijkheden op het gebied van huisvesting te vergroten. Maar net als bij de huisvesting van statushouders, staat ook de huisvesting van arbeidsmigranten niet op zichzelf. Het is onderdeel van een breder vraagstuk van volkshuisvesting en moet ook zo worden aangepakt.

Effectrapportage bij nieuwe bedrijvigheid

De Rijksoverheid zet de komende jaren in op het stimuleren van de woningbouw. Ook zijn er inmiddels een aantal initiatieven tot stand zijn gekomen om de huisvesting van arbeidsmigranten te verbeteren.

Eén van de aanbevelingen van het aanjaagteam heeft echter nog te weinig aandacht gekregen. Dat is het advies aan gemeenten en provincies om bij de besluitvorming over nieuwe bedrijvigheid de huisvestingsvraag als gevolg van de inzet van arbeidsmigranten, onderdeel te maken van het vestigingsbeleid. Het is van belang dat gemeenten zich ook deze aanbeveling ter harte nemen. Als zij de huisvesting van arbeidsmigranten in hun vestigingsbeleid en in hun woonvisie meenemen, zijn zij beter voorbereid als arbeidsmigranten zich in hun gemeente vestigen. Het zou goed zijn als dan eerst de vraag wordt gesteld wat voor arbeidsaanbod er in de regio beschikbaar is en wat voor werkgelegenheid de gemeente wil stimuleren. Als de arbeidsmarkt in de regio al zeer krap is, en meer bedrijvigheid vooral meer arbeidsmigratie betekent, moet ook worden nagedacht over de vraag of het wel wenselijk is om die specifieke bedrijvigheid aan te trekken. Het in kaart brengen van de verschillende effecten is daarom voor gemeenten van groot belang en kan dus ook betekenen dat er gekozen wordt om de bedrijvigheid niet uit te breiden om een grotere krapte op de huizenmarkt te voorkomen.

Dit blog is samengesteld door Sonja Avontuur