Terugblik presentatie signalering 'Vanuit kwetsbaarheden naar kansen. Een goede toekomst voor Oekraïense kinderen en jongeren'

Op woensdag 2 juli jl. presenteerden we in het Oekraïens huis in Rotterdam onze signalering over de kwetsbare positie van Oekraïense kinderen en jongeren in Nederland, met de titel 'Vanuit kwetsbaarheden naar kansen'.

In gesprek

De presentatie werd bijgewoond door Oekraïense jongeren, zorgprofessionals, wetenschappers, belangenorganisaties, journalisten en (gemeente)ambtenaren. Eva Reekers, accounthouder van het Oekraïens Huis bij de gemeente Rotterdam, gaf uitleg over de locatie. Onze voorzitter Monique Kremer vroeg de Oekraïense jongeren Platon (16), Oleksii (17) en Volodymyr (18) naar hun ervaringen op school en op de plek waar zij wonen. Daarna gaf raadslid Katja Rusinovic een presentatie over de signalering, waar de jongeren na afloop op reflecteerden. Monique Kremer ging daarna in gesprek met vertegenwoordigers van UNICEF, Het Loket Ontheemden Oekraïne Psychosociale hulp (LOOP), stichting OPORA en onderzoekers van de Haagse Hogeschool.

Mensen in de zaal tijdens presentatie verkenning 'Vanuit kwetsbaarheden naar kansen'
Beeld: ©Gabriël Sel

Eén been in Nederland, het andere in Oekraïne

De aanwezigen onderschreven de aanbevelingen uit de signalering. Oekraïense jongeren leven met veel onzekerheden. Zij weten niet of hun toekomst op de langere termijn in Nederland ligt. Hun verblijfsrecht wordt telkens met een jaar verlengd en het is niet duidelijk wat er daarna gebeurt. Door de vele verhuizingen in Nederland van de ene opvanglocatie naar de andere is het lastig om te settelen. Oekraïne is relatief dichtbij. Jongeren bezoeken hun familieleden in de relatief veilige delen van het land en familieleden bezoeken Nederland. Jongeren richten zich zowel op het opbouwen van een bestaan in Nederland als op terugkeer naar Oekraïne in de verdere toekomst. Die tweestrijd maakt het voor velen lastig om zich te richten op het leren van de Nederlandse taal en het volgen van regulier onderwijs.

Toegankelijk vervolgonderwijs en passende opvang

Platon, Oleksii en Volodymyr zijn er alle drie in geslaagd om zo goed Nederlands te leren dat zij onderwijs op VWO-niveau kunnen volgen of dat zelfs al hebben afgerond. Ook voor hen zijn er echter nog veel barrières te slechten. Om vervolgonderwijs te kunnen volgen op een hogeschool of universiteit, moeten zij het hoge instellingscollegegeld betalen dat geldt voor mensen met een nationaliteit van buiten de EU. Daarnaast is het voor hen lastig om overgeplaatst te worden naar een opvang in de stad waar zij gaan studeren. Als vervolgonderwijs betaalbaar wordt kunnen deze jongeren zich beter ontwikkelen. Dit is in de eerste plaats bevorderlijk voor hun eigen welzijn. Maar zo kunnen zij ook een betekenisvolle bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving. En op termijn maakt dat een eventuele terugkeer naar Oekraïne makkelijker.

Monique Kremer in gesprek met Platon (16), Oleksii (17) en Volodymyr (18)
Beeld: ©Gabriël Sel

Aandacht nodig voor mentaal welzijn van meiden

Een belangrijke kanttekening die de aanwezigen maakten, is dat onderscheid moet worden gemaakt tussen jongens en meisjes. Voor jongens is het lastiger om een band met Oekraïne en daar verblijvende familieleden te onderhouden omdat zij na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar Oekraïne niet meer mogen verlaten en daarom vanaf hun zestiende vaak al uit Oekraïne vertrekken. Ten aanzien van meisjes werd opgemerkt dat er signalen zijn dat zij meer risico lopen op depressies en suïcide. Psychologische hulp voor Oekraïense jongeren is een blijvend punt van zorg. Er is een tekort aan Oekraïens- of Russischtalige psychologen, therapeuten en maatschappelijk werkers. Het sneller erkennen van diploma's zou ervoor kunnen zorgen dat deze mensen hier sneller aan de slag kunnen.

Monique Kremer in gesprek met Stefanie Schuddebeurs (Haagse Hogeschool), Marina Rozhniatovska (Opora Foundation) en Marlieke van Schalkwijk  (UNICEF).
Beeld: ©Gabriël Sel